Een maand uit het leven van een Jonathan Richman-fan

01/10

Vrienden met een boot: ik kan het iedereen aanbevelen. Op een zondag in oktober lagen we voor anker in een stiltegebied in Nationaal Park De Biesbosch. Tussen het geluid van optrekkende quads door werden we inderdaad af en toe opgeschrikt door stilte. Onze vrouwen doken het water in en de twee heren zagen een rode en een blauwe zeemeermin baantjes rond de boot trekken. Mijn geluksgevoel nam nog toe toen ik op het achterdek De wonderbare wereld van de verslaggever van Koen Meulenaere herlas. Een bundeling van zijn Humo-stukjes uit de jaren tachtig. Een masterclass in humoristisch proza. 

Stiltegebied in De Biesbosch: daar waar quads thuis zijn.

02/10

Dochter Zoé vertelde dat ze dit jaar van alle muziek in de hele wereld het vaakst naar die van Noodzakelijk Kwaad heeft geluisterd.

Correspondentie van opa Komkommer doorgenomen. 

Intussen ontving ik uw brief van 24 november met aangehecht een verkoopsovereenkomst. Ik heb noch tijd, noch zin, noch de competentie om dit ingewikkeld proza door te lezen. 

Bent u bereid met mijn bovengenoemde voorstel in te stemmen, dan is de verkoop gesloten, anders moet de gehele aangelegenheid maar blijven liggen totdat ik mijn notaris en een staf van juridische adviseurs kan raadplegen.

Zoé en Jolanda lachten luidop toen ik aankondigde dat ik naar de tekenkunst-les vertrok. 

‘Noem je jouw gekriebel tegenwoordig al kunst?’

03/10

Korte bio geschreven voor mijn aanstaand optreden op 7 december in ’t Kroegske in Oostende en naar programmator Jan Ducheyne doorgestuurd. 

Zijn grootste drie talenten zijn procrastineren, lanterfanten en zich daar dan, achter bergen administratieve achterstand, schuldig over voelen.’

In boekhandel Cronopio lang met Isak gesproken over haar huiskamerconcert dat we in november bij ons thuis gaan organiseren. Stuk marmer cake besteld en een glas rode wijn gedronken en net toen we het over het verschil tussen liefde en vriendschap hadden – en hoeveel complexer de liefde is – wandelde Zoé met haar vriend Marnix binnen.

‘Ah, kijk: papa zit weer eens in zijn living.’

04/10

Afspraak bij de kapper, want ik ben van plan de arbeidsmarkt te overstelpen met sollicitatiebrieven en wil er representatief uitzien. Alleen weet ik nog niet welke openstaande vacature me even behaaglijk zal passen als een afgedragen jeansbroek. Alles is nog mogelijk, behalve hartchirurg. De kapster – een meisje dat is weggeplukt uit een sprookje van 1001 nachten – vroeg me, om de tijd te doden, wat voor soort werk ik deed. Terwijl ze mijn haren vakkundig bijknipte, verzamelde ik al mijn moed en mompelde: ‘Ik ben een schrijver’. Even keek ze verschrikt op. Moest ze nu interesse veinzen? Maar ik stelde haar gerust en algauw hadden we het over onderwerpen die ver van ons afstonden en die ons geen van beiden bovenmatig interesseerden.

Bespiegeling: een ijsje eten is een intenser fysiek genot dan een orgasme.

05/10

Werkvergadering met een oude klasgenoot die al jarenlang zijn stempel drukt op de culturele speeltuin van ons koninkrijk en tussen telefoongesprekken over nakende muziekfestivals in Brazilië door hadden we het over aangeboren talent. Sommige klasgenoten konden waanzinnig goed tekenen; anderen waren sterk in natuurkunde. Zelf was hij de snelste jongen van de school. ‘En jij, Jo, was de sterkste van de klas. Als er op de speelplaats gevochten werd, kwamen we je altijd halen.’

Geen van beiden konden we enige waarde hechten aan iets dat ons moeiteloos afging. Liever was ik een begaafd muzikant geweest. Of wereldkampioen wiskunde. 

’s Avonds kaarten in Dansing Chocola. Kroegbaas Jacques haalde herinneringen op aan de getuigschriften van zijn dochter die enkele blauwe maandagen op de Steinerschool school liep. ‘Voorlopig is ze nog lichtblauw. Maar ze heeft het potentieel om te evolueren tot donkerblauw. Misschien zelfs tot paars.’

06/10

Naar het stort gereden. Warme zomerdag, hoewel de herfst reeds in het land was. Man die alles in goede banen moest leiden, zag er gelukkig uit en deed zijn werk glimlachend. Herhaalde tot zeven keer toe dat we bij een volgend bezoek vooraf een afspraak dienden te maken. 

In de namiddag kwam zus Eva langs om, samen met Jolanda en mij, een tekst voor de verjaardag van onze (schoon)moeder te verzinnen en dat op de melodie van het lied La Vérité van Guy Béart. Jolanda gaf blijk van talent. Mijn bijdragen haperden. 

Eva: ‘Hij is wel een schrijver, maar geen songschrijver.’

Beklijvende film gezien in Lumière: Anatomie d’une chute. Waar het Wil aan subtiliteit ontbrak, werd hier veel tussen de regels gesuggereerd. 

07/10

Zwartste dag in de geschiedenis van Israel.

Jolanda: ‘Als je alleen al met de gedachte aan seks huizen zou kunnen verwarmen, dan konden de fossiele brandstoffen het wel schudden.’

Zonder voorafgaande waarschuwing werd het plots kouder buiten en voor het eerst sinds maanden stak ik de verwarming aan en voerde in de kelder de waterdruk op. Draaiend aan de kranen, hoorde ik het geluid van een vallend voorwerp. Benieuwd naar de oorzaak van al dat kabaal bleef ik, in duisternis gehuld, roerloos stilstaan. Een en al focus. Een en al concentratie. Tot ik werd opgeschrikt door een afschuwelijke pijn in mijn grote teen. Een hamer uit de Joe’s beruchte toolbox was naar beneden gedonderd. 

Na een bezoek aan de expo in het Fomu een Black Sesame-ijsje gegeten en de zinderende tinteling die door mijn lichaam raasde onderstreepte mijn overtuiging dat ijsjes eten het allerhoogste fysieke genot is. 

Vandaag vierden drie vrienden, onafhankelijk van elkaar, hun zestigste verjaardag en elk feest ademde een eigen sfeer uit. Op dat van een eminent kunsthistoricus brachten artiesten zelfgemaakte kunstwerken mee en klonken de gesprekken gedempt; op dat van een zakenvrouw – die al sinds haar twaalfde mantelpakjes droeg – stoften de dragende stemmen van vertegenwoordigers de geestigste verhalen af uit de tijd toen ze nog jong en mooi waren en in Glengarry Glen Ross hadden kunnen figureren.

08/10

’s Nachts droomde Jolanda over een vriend die twintig jaar geleden uit het leven was gestapt. In haar droom vertelde Erwin – want hij was het – dat het allemaal maar voor de grap was geweest, maar dat hij het sindsdien zo stervensdruk had gehad dat het hem eenvoudigweg aan tijd ontbrak om te laten weten dat het goed met hem ging.

Gewandeld met vrienden en honden in de bossen rond Breda en na afloop twee pannenkoeken met spek en kaas en siroop gegeten. Op de vraag wat we als laatste avondmaal zouden eten antwoordde ik: ‘Zoveel mogelijk nagerechten!’

Voor de derde keer The Squid & the Whale van Noah Baumbach gezien.

09/10

Maandagochtendblues. 

Tijdens de avondles tekenkunst leerde docent Harry ons schilderen met ecolineverf. Opnieuw zat ik naast Flavie (‘Begin twintigste eeuw was Flavie dé naam voor West-Vlaamse prostitués’).  Een geestige twintigster die in een eigen universum leeft. Tussen het tekenen door vloeiden onze gesprekken als olieverf op een doek van Jackson Pollock. Nog voor ik het haar vroeg wist ik dat ze van Wes Anderson hield. Nog voor ze al van Maira Kalman had gehoord, wist ik dat ze van haar zou gaan houden. Wat bleek: Flavie regisseerde toneelstukken van Alex van Warmerdam.  

Waarom verbaasde het mij niet dat ze accentloos Deens sprak?

10/10

Belgen op dinsdag. Ze blijken vooral te fietsen. 

Met vriend Bart door de polders van Kruibeke naar Temse gefietst, in Kaai 22 geluncht en op de terugweg in Hemiksem de Waterbus genomen. Wachtend op de komst van de boot vertelde een man ons zijn levensverhaal. Op zijn veertiende gaan werken, op zijn zestiende verliefd geworden op de dochter van een schipper, tweeëndertig jaar lang voor Atlas Copco gewerkt, op zijn vijfenvijftigste met pensioen. Hield een warm pleidooi voor zwartwerken en gaf ons de volgende wijze raad mee: ‘Om veel geld te verdienen moet je niet goed kunnen studeren, je moet handig zijn.’

Op de Waterbus ontvouwden de twee onhandigste Harry’s van Europa plannen om een klusjesbedrijf op te starten.

11/10

Dag gaan fotograferen in Zeebrugge, om zo voeling te krijgen met een mogelijk toekomstig project. Treinticket heen- en terug kostte slechts 41 euro en in ruil werden de reizigers beloond met nauwelijks tweeënhalf uur vertraging. Dankzij de NMBS had ik tijd te over om Wellness van Nathan Hill te lezen. 

Op het strand van Zeebrugge verkochten horecazaken hun palmbomen aan Black Friday-dumpingprijzen, want de winter stond voor de deur en de tapkranen werden dichtgedraaid.

Fascinerende badplaats. Machtig strand. Aanrollende golven én voortjakkerende vrachtwagens. Boven de Noordzee zweven er in de lucht meer meeuwen dan wolken.

Oprecht gelukkig toen ik, rondslenterend met mijn camera, een met gras overwoekerde tennisbaan zag. Looking Roland-Garros, Feeling Wimbledon. 

De Center Court van de All Zeebrugge Lawn-Garros Tennis Club.

12/10

Wat me de laatste tijd zorgen baart is het afbrokkelend geloof in democratie. De bezwerende aantrekkingskracht van hedendaagse varianten op de drie meest verderfelijke machtssystemen die praatjesmakers ooit hebben bedacht, is verontrustend. Ik kreeg het niet meer aan mezelf verkocht om lijdzaam te blijven toekijken en werd lid van de Open VLD – mede ingegeven vanwege mijn liefde voor cult. Tevreden over zoveel daadkracht leunde ik achterover. Jolanda: ‘Je mag nu nog niet op je lauweren rusten. De democratie is vooralsnog niet gered.’

Tijdens de kaartavond zagen mijn vrienden het groots, bedachten partijprogramma’s en voorspelden een eclatante overwinning. 

‘Voor alle Antwerpenaren: vijf kilo gratis borrelnootjes!’

13/10

Nieuwe dag, nieuw voornemen: vanaf heden verstuur ik elke week minstens zes sollicitatiebrieven in de hoop dat er ergens een bedrijf op een gezonde, voorkomende en punctuele man zonder eigenschappen zit te wachten. Vandaag postte ik de eerste. Naar de bibliotheek van Sint-Katelijne-Waver. 

Jolanda was onder de indruk van de Netflix-documentaire Beckham en vooral van de orde en netheid van de man met de Duizend Kapsels. ‘Clean it like Beckham’ zegt ze nu tegen mij – in plaats van ‘Bend it like Beckham’.

Na nauwelijks negen jaar en zes mislukte pogingen slaagde ik medio 1997 een zevende keer, con brio, voor mijn rijexamen.

Het inspireerde mijn dochter tot de volgende opmerking:

‘Ben Weyts als minister van onderwijs? Dat is hetzelfde, papa, alsof ze jou minister van rijbewijzen zouden maken…’ 

14/10

Mama’s zevenentachtigste verjaardag vierden we met de familie in Koudekerke – een heerlijke badplaats op een boogscheut van Vlissingen. 

Wandelend langs de waterlijn probeerden we op een wereldbol uit te vissen waar we ons precies bevonden. Aansluitend picknickten we op een parking naast een vuilnisbak en terwijl de vriend van mijn nichtje op zijn gitaar tokkelde, zongen de overige familieleden het zelfgeschreven lied op de melodie van La Vérité. In zeven strofen bezongen we het leven van de mater familias.

Guy Béart werd bij ons thuis zo mogelijk nog vaker gespeeld dan Joan Baez, Edith Piaf, Tito Schipa en We Shall Overcome van Pete Seeger.

Ontdekking van de dag, ook omdat de woordcombinatie zo heerlijk in de mond ligt: Pornstar Martini.

15/10

Ontwaakt in Koudekerke. Vandaag stond er een fietstocht gepland, ondanks de dreigende donderwolken. 

Voor mama had ik een elektrische fiets gereserveerd. Maar die was te groot en te zwaar – of haar jas was te lang, dat kan ook – en nog voor ze een eerste trap had gegeven, verloor ze haar evenwicht en viel. Zonder helm. Drie seconden trokken tergend langzaam voorbij en ik stootte, toen haar hoofd de grond raakte, een ijselijke gil uit. 

Koppig als ze is, stond ze erop verder te fietsen – weliswaar (als toegift) mét helm – en pas vijf kilometer verder konden haar dertien familieleden en de eerste Zeeuwse regendruppels haar overtuigen haar poging om het werelduurrecord te verpulveren te staken.

16/10

Afgesproken met dichtende vriend Jan Ducheyne – tevens frontman van de fenomenale muziekgroep Noodzakelijk Kwaad.  

Naast al zijn andere kwaliteiten weet Jan voor elke gelegenheid een passend restaurant te kiezen.

‘Ik heb er geen probleem mee om mijn laatste geld aan een goed restaurant uit te geven.’

In brasserie L’Expo – op honderd meter van het Koning Boudewijnstadion – schoven twee andere vrienden van Jan aan en ouderwets uitgedoste garçons schotelden ons het beste uit de klassieke Belgische viskeuken voor. Gevieren trokken we na de pousse-café naar de interland België-Zweden. Jan herkende in de tribunes tal van Zweedse supporters die hij ’s middags nog op het hart had gedrukt in brasserie l’Expo te gaan dineren. 

Tijdens het verorberen van de garnaalkroketten bevroedde niemand welk drama er zich enkele metrohaltes verder aan het afspelen was. 

Na afloop van de eerste helft gonsde een geruchtengolf door het stadion. Dertigduizend toeschouwers werden van de buitenwereld afgesneden. De wedstrijd werd gestaakt, het stadion hermetisch afgesloten. Supporters zongen elkaar moed in. 

Uren later stonden we verkleumd buiten.

‘Wat ga je morgen doen, Jan?’

‘Niets. Behalve met een vriend gaan lunchen in De Vismet.’

17/10

Ik heb drie weerkerende dromen. In een eerste ontdek ik in de garage van mijn ouderlijk huis een geheime doorgang die uitgeeft op een uitgestrekte prairie vol wilde, witte paarden; in een tweede dwaal ik in de ochtendschemering door de verlaten straten van Antwerpen; achter elke hoek doemen verborgen pleinen en grachten op; de stad is mooier dan Venetië.

De vaakst terugkerende droom is deze: op de zolder van het voormalige grootouderlijke huis – Villa Shalom – zie ik een deur op een kier staan. Er valt een streep licht door en achter de deur klinkt geroezemoes. Ik duw ze open en treed binnen in een luxueus vertrek vol Perzische tapijten en kroonluchters waar alle overleden familieleden genoegelijk zitten te lachen en te praten. Net als vroeger voert oma Jacqueline het hoogste woord. Net als vroeger overstemt haar klaterende Zwitserse tongval alle andere gesprekken.

18/10

Lunchen voor de verjaardag van mijn moeder in de golfclub waar broer Dan al sinds de val van de Berlijnse muur les geeft. 

In de namiddag kocht ik, aangespoord door een wervelende recensie van Jan Bib, Het geluid van bekend glas van Rino Feys.

In de regen naar Beveren gereden – fuck, wat regent het vaak in dit land waar de herfst elf maanden duurt en het zonlicht twee zondagen schijnt – want een vriendin stelde in het restaurant van haar vriend haar collage-kunstwerken ten toon; ik zat naast een oude schoolvriendin van Zoé – een meisje dat al sinds haar vierde bij ons kwam spelen. Nu zei ze zaken als: ‘Vorig jaar had ik een cognitief sterke klas.’

Tijdens de terugweg werd op de radio René and Georgette Margritte with Their Dog After the War van Paul Simon gespeeld en voor de zoveelste keer dacht ik: wat een mooi lied is me dat toch. Toen Simon het in de jaren tachtig uitgebracht, hemelde Marc Mijlemans in Humo The Stand van The Alarm op en dreef hij de spot met oude-mannen-muziek van veertiger Paul Simon, honend dat de jeugd geen boodschap heeft aan dit soort beschaafd gekabbel. Ook goede pennen kunnen zich vergissen. 

19/10

Voel me al een paar dagen niet opperbest, daarom annuleerde ik mijn afspraak bij een interimkantoor, wat niet mijn gewoonte is. Want ondanks alle chaos in mijn hoofd ben ik uiterst punctueel. 

Een test wees uit dat ik corona had. 

Zonder schuldgevoelens trok ik een deken van lethargie over mee heen. Het vooruitzicht om enkele dagen weinig meer te doen dan wat te lezen, films te bekijken en thee te drinken stemde me minutenlang gelukkig. 

20/10

Vandaag dronk ik meer Dafalgan dan thee. Jolanda: ‘Ik moest het ook altijd voor je vader maken, maar met weinig water – want hij vond de smaak van het medicijn overheerlijk.’ 

De lethargische roes ruimde baan voor verveling.

De bibliotheek in Sint-Katelijne-Waver bedankte me voor mijn interesse, maar liet weten prima zonder mijn hulp verder te kunnen.

21/10

Midden in de nacht wakker geschrokken en over de toekomst nagedacht – zelden een goed idee. Hoe zal de wereld er in het jaar 2100 uitzien? Als alles volgens verwachtingen verloopt, zal Zoé nog leven – al is ze met haar honderdtwee niet meer van de jongste. De kleinkinderen, mochten die er komen, zullen krasse zeventigers zijn. Heeft het sociaal-liberalisme standgehouden? Of is de beschaving ten onder gegaan aan een vloedgolf van ideologieën die enkel kretologische kreten verkopen?

L.A. Confidential gezien met de briljante Kevin Spacey die zo zwoel stond te acteren dat de beeldbuis bijna vuur vatte. Achter elke oogopslag knetterde een innuendo. Die grootsheid is nu al jarenlang van het scherm gebannen vanwege de vrees voor benepen moralistische drukkingsgroepen. 

22/10

In de tweestrijd Jo – Corona trok ik aan het langste eind. Eerste dag dat ik me (bijna) genezen voelde, al deed ik het nog rustig aan. Met de hond naar boekhandel Cronopio  gewandeld waar ik een cappuccino dronk, een bloemlezing van Mensje van Keulen kocht en eigenares Ina probeerde te overtuigen haar avonturen als boekhandelaarster op te schrijven en uit te geven. Gracieus glimlachend wees ze het idee van de hand. 

Corsage: een bedwelmend mooie film over een levensmoede keizerin in het Oostenrijks-Hongaarse Rijk die wegvlucht in verslavingen. Slotbeeld was oogstrelend en aangrijpend.

23/10

Met Zoé naar Gent gereden waar ze haar fotoboek Dat wij er waren in twee pop-ups ging afgeven en een gesprek had met Griet Depoorter van Wolvis om een volgende shoot te plannen.

‘Ik heb een idee, Zoé. Als mensen me vragen wat ik doe, dan zeg ik gewoon dat ik huisman ben.’

‘Dat kun je niet maken, papa. Als je ziet hoe weinig jij in het huishouden doet…’

Onderweg viel me weer op hoeveel ik met mijn dochter gemeen heb. In het gezelschap van timide mensen worden we bedeesder en in een uitbundige groep uitgelatener. Twee sociale kameleons die de ingetogen zangstijl van Juliette Gréco verkiezen boven de geëxalteerde stem van Edith Piaf.

24/10

In de badkamer vroeg ik aan Jolanda of ze het lied Take My Advice, Sex is Better van Allan Sherman – dat ik haar had doorgestuurd – al had beluisterd. 

‘Ik hoorde het gisteren op de radio tijdens Nieuwe Feiten. Ze speelden dit geestige nummer na de uitleg van een onderzoekster die wetenschappelijk onderbouwde waarom seks na je vijfenzeventigste helpt tegen alzheimer.’

Jolanda: ‘Oké, dan wacht ik tot mijn vijfenzeventigste!’

25/10

Wakker geschrokken om 3.53 uur en dan maar opgestaan en de krant opengeslagen in de hoop dat het wereldnieuws mijn kopbrekens zou verzachten. 

Langsgegaan bij Manteau en plannen gemaakt voor een volgend boek dat in de lente van 2025 moet verschijnen. 

’s Avonds in De Hoogmis in Edegem naar een concert van de in kleine kring legendarische Americana-zanger Jim White gaan kijken. Samen met tachtig anderen voelde ik me opgetild door zijn droefgeestige ballades ( ‘A Perfect Day To Chase Tornados’) en hard gelachen met zijn in Weltschmerz gedrenkte bindteksten. Maar hét hoogtepunt van de avond was mijn kennismaking met Boris. Een tweeëntwintigjarige fan die een thesis over Jim White schrijft en zijn ouders had meegetroond. Zijn moeder bleek nog met mijn zus binnenhuisarchitectuur te hebben gestudeerd. De gloed in de ogen van Boris wanneer hij naar zijn idool Jim White (op)keek, verjoeg de donkerste toekomstvoorspellingen. 

26/10

Nadat ik het keer op keer had uitgesteld, ben ik eindelijk aan mijn stuk over procrastineren begonnen.

Isak van Cronopio kwam langs om onze zaal (onder kenners ook wel bekend als ‘onze huiskamer’) te bekijken en na onderling overleg besloten we dat ze het beste vooraan kon postvatten – net zoals Vitalski in januari had gedaan. Enkele weken later zou Isak het publiek met haar vocale uithalen en speelse ukelele-klanken begeesteren en haar moeder tijdens het concert zozeer ontroeren dat die zachtjes begon te huilen.

Zoé straalde toen ze binnenkwam. Ze had er net haar eerste werkdag in restaurant Chicane opzitten en voelde zich uitgelaten. De laatste weken was ze wat terneergeslagen en stuurloos geweest. Nu was het alsof een golf van positieve energie haar geluksgevoel de hoogte in stuwde. Deeltijds werken in een bruisende horecazaak en voor de rest naam en faam verwerven als zelfstandige fotografe. De droom die ze najaagt begint vorm te krijgen. 

Eerste kutrecensie voor Opkomst en ondergang van de Citroën Berlingo op Goodreads en hoewel ik het niet aan mijn hart zou mogen laten komen, ben ik er toch kapot van. Rest van de dag trek ik me in mezelf terug. Zeg nog hooguit honderd woorden. Zelfs de kaartavond – de wekelijks koffieklatsch onder vrienden waarin we badinerend een deken van ironie over de grauwe werkelijkheid leggen – vrolijkt me niet op.

Of het goed met me ging, wilde een filosofisch ingestelde ingenieur weten.

‘Op microniveau zeer zeker; maar op macroniveau zoek is soms naar zingeving.’

27/10

Jolanda bezwoer dat je juist innerlijke kracht uit kritiek moet halen en met een zelden geziene concentratie doorgewerkt aan Procrastineren met Jo!

Een landmeter uit ’s-Gravenwezel gesproken die zich mijn grootouders nog levendig kon herinneren; hoe zij in hun zwarte Citroën DS, met chauffeur Gaston achter het stuur, door het dorp reden. Je vergeet dat overleden familieleden ook in gedachten van anderen voortleven.

Met fotografie-vrienden de prachtige expo in Zoersel van fotografe Karin Cleymaet bezocht. Thema: innerlijke kwetsuren en hoe die van generatie op generatie worden doorgegeven. Anja – van Fotoatelier de Zilverbeek – merkte op dat kleine mannen zich vaak een houding aanmeten om zich groter te maken. Ze opperde dat het een interessante invalshoek voor een fotoreeks zou kunnen zijn.

28/10

Met een doos vol Kant & Wal-boeken van Aanlegplaats naar het Archipelfestival in Sint-Niklaas gereden, waar ze op de verkoopstand van boekhandel ’t Oneindige Verhaal werden uitgestald. 

Yves Petry begrijpt hoe een zaal in te palmen met goed gedoseerde recalcitrante beschouwingen; Myrddin De Cauter speelde virtuoos gitaar; en relatietherapeute Rika Ponnet stal, dankzij haar zwoele stem en sensueel gekruiste benen, mijn hart. Bijna hoopte ik relatieproblemen te krijgen, zodat ik wekelijks bij haar mijn gemoed kon luchten. 

Thuisgekomen vervelde ik tot een tiran die het recht opeiste om naar de finale van het wereldkampioenschap rugby tussen Zuid-Afrika en Nieuw-Zeeland te kijken. 

29/10

Gelukzalige dag. Op het middaguur betrad ik samen met vriend Dirk Van Boxem en Joke Vander Laenen het podium van het Archipelfestival om er enkele stukjes voor te lezen. Na twee zinnen vielen de zenuwen van me af. Na drie zinnen verbaasde ik me over de stilte in de zaal. Tot dan toe had ik vooral in het Don Vitalski-cirkus opgetreden en daarom verwachtte ik me aan in het zwart leder uitgedoste burlesque-danseressen die me – na elke taalfout – streng bestraften, ontregelende muziek en schoudercharges van de Don himself – maar het publiek bleef rustig zitten en veinsde zelfs aandacht. 

De rest van de zondag leefde ik op een wolk. Ik had Philippe Clerick – een van mijn favoriete bloggers – in het publiek herkend en na afloop schudden we elkaar de hand. 

‘Ik had gedacht dat je groter zou zijn’, merkte hij op. Twee Karel van het Reve-bewonderaars citeerden uitvoerig uit het oeuvre van de grootmeester.

Maar de beste zin die er tijdens het tweedaags festival te horen viel, was er een van diens broer Gerard. ‘Ik ben het in grote lijnen met God eens.’

30/10

Over Gerard Reve gesproken: vandaag reed ik met Jolanda, mijn moeder en onze hond Zaz naar een Geheim Landgoed in de Provence. Onderweg luisterden we naar de podcast De Jaren waarin de verrukkelijke Heleen Debruyne haar gasten alle ruimte gunde. Naar de empathische en genuanceerde Bruno De Wever had ik nog uren willen luisteren; net als naar de heerlijke flapuit An Olaerts die boeiend over haar kleine, feilbare leven vertelde. Alleen Tom Lanoye – geboren om te roeptoeteren in Sportpaleizen – was te gelijkhebberig voor een maandagochtend in oktober. 

Getankt in een hondenvriendelijk tankstation.

Wat me opviel: mama kende alle Franse muziek uit vervlogen tijden waar we onderweg naar luisterden. Meestal had ze de artiesten in verre verledens zien optreden, vaak in de Ancienne Belgique in Antwerpen. Terwijl de oktoberzon een voorlaatste keer onderging en de besneeuwde bergtoppen van de Mont Ventoux aan de horizon verschenen, ontdekten we dankzij haar de zangeres Lucienne Boyer. Elke generatie komt er kennis bij. Elke generatie gaat er kennis verloren.

31/10

Vandaag kregen we hoog bezoek. Een literatuur-minnend koppel jonge zestigers kwam langs voor een lunch op het terras en onder een dreigend Frans wolkendek citeerde de vinnige man Gerard Reve: ‘In België regent het alleen als het nodig.’ 

Er werden toekomstplannen gesmeed, maar er werd ook teruggeblikt.

‘Als twintigers reisden we met bevriende aanstormende schrijvers naar het communistische Praag en in een grauwe hotelkamer speelden we Waarheid, durven of doen. Wat Bernard Dewulf die avond antwoordde is me altijd bij gebleven: ‘Wat ik met meeste vrees en verafschuw is middelmatigheid.’

De regen besloot lang genoeg te hebben getalmd, de invallende duisternis verjoeg het schaarse daglicht. De laatste dag van de laatste maand waarin de herinnering aan zomerse dagen soms opflakkert, was voorgoed voorbij.

Wat rest is vijf maanden hunkeren naar That Summer Feeling van Jonathan Richman. 

Do you long for her / Or for the way you were (Jonathan Richman)

Over Jo Komkommer

Ik werd geboren in 1966 in Wilrijk, maar gelukkig verhuisden mijn ouders al vrij snel naar het mondaine Berchem. Na een onopvallende carrière als linksachter bij SK 's-Gravenwezel werkte ik enkele jaren als reisleider in de Dominicaanse Republiek en de Verenigde Staten. Daar kwam ik in de lobby van een Holiday Inn in San Francisco Jolanda Cats tegen en het was liefde op het eerste gezicht. We zwierven nog even rond, kregen een dochter Zoé, kochten een huis in Antwerpen en trouwden. Ik werk sinds meer dan twee decennia in een stijlvol boetiekhotel met een haast even mondaine uitstraling als het Berchem uit mijn kinderjaren.
Dit bericht werd geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink .

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.